HET VERHAAL
Waltraud Strelow
geboren in Duitsland 1933
Precies 80 jaar gelede zwierf de destijds 12-jarige Waltraud Strelow (1933-2018) uit Zwolle door de bossen van Oost-Pruisen en Litouwen. Aan de randen van het ineenstortende Derde Rijk moest ze in haar eentje zien te overleven. Wolfskinderen werden ze genoemd, Duitse kinderen die –nadat de Russen het Derde Rijk binnenvallen– ontheemd in de bossen van Oost-Pruisen en Litouwen rondzwierven. Waltraud Strelow uit Zwolle is een van hen.
De Russen nemen haar mee, maar ze ontsnapt. Ruim een jaar zwerft ze, in het laatste jaar van WOll helemaal alleen door de bossen. Haar rasp, nog altijd een kostbaar bezit, hangt al die maanden aan haar riem. Overleven, daar gaat het om.

Foto: Waltraud op 70 jarige leeftijd met de rasp die zij op twaalf jarige leeftijd vond en haar hielp te overleven
Wij spreken haar in het voorjaar van 2018. Waltraud is inmiddels een oude dame met een charmant Duits accent en pikzwart haar. Ze ontvangt ons gastvrij in haar keukentje met koffie en thee én speciaal voor de gelegenheid gekochte koeken. Ze is gastvrij, vrolijk, vol humor en nog immer pienter. Je zou niet zeggen dat ze een onvoorstelbaar drama beleefde, waarvan ze tot op de dag van vandaag de littekens meedraagt.
Haar benen zijn getekend door splinters van granaten. Op haar rechterzij is de plek te zien waar een kogel haar schampte. De kwetsuren van toen spelen meer en meer op, want de jaren gaan tellen. Het is alsof de oorlog niet wil dat hij vergeten wordt. Waltraud is zo goed als blind, maar in haar gedachten ziet ze nog vaak de eindeloze bossen, de honderden lichamen, de onvoorstelbare chaos en haar dode broertjes en stiefmoeder.
Als de oorlog eindigt en in Europa de vlaggen uithangen, begint voor Waltraud de ellende. „Jarenlang heb ik er niks over gezegd, zelfs niet tegen mijn vijf kinderen, maar de laatste jaren komen de beelden meer en meer terug.” Haar verhaal is tachtig jaar oud, maar het is net alsof het gisteren allemaal gebeurde.

Foto's: Waltraud op haar 9de verjaardag - Huis in Dramburg
Op de vlucht
Waltraud wordt geboren in Marienburg, vlak bij het huidige Gdansk, vroeger Duitsland, nu Polen. Daar wordt ze ook evangelisch gedoopt. Haar moeder sterft als ze twee jaar oud is. Waltraud wordt gescheiden van haar broers en ondergebracht bij een pleeggezin. Daar is ze niet gelukkig. In een zoektocht naar liefde en geborgenheid vlucht ze meermaals. Gedurende vijf lange jaren wordt ze geplaatst bij diverse pleeggezinnen waar ze iedere keer weer wegvlucht. Wanneer vader Fritz hertrouwt met Gertrude, wordt ze eindelijk opgehaald en het gezin strijkt neer in Königsberg en later Dramburg, West-Pruisen, het huidige Drawsko Pomorskie. Daar woont het gezin tot begin 1945. Vader is aannemer en hij is er zelden.
Als het Derde Rijk in elkaar stort en de Russen oprukken, slaan Waltraud, haar stiefmoeder en haar vijf broertjes en zusjes met honderdduizenden andere Duitse burgers in blinde paniek op de vlucht. Jongste broertje Gernot is een baby van zeven maanden. Uiteindelijk komen ze met honderden andere vluchtelingen terecht in een leegstaand sanatorium in Bad Polzin.
Dan komen de Russen. Het wordt een bloedige strijd. Waltraud zit op de gang, ver weg bij de ramen, waar de kogels met geraas en gerinkel doorheen fluiten. “Het waren Mongoolse soldaten die binnenstormden. Goud, goud, goud, schreeuwden ze, terwijl ze in het plafond schoten. Ze rukten iedereen de sieraden van het lijf. Ook mijn zilveren armbandje, gekregen van mijn vader, namen ze mee. In het park rondom het gebouw lagen honderden dode soldaten en afgeschoten ledematen. De sneeuw was doordrenkt met bloed. ’s Nachts kwamen de Russen. „Kom vrouw”, riepen ze. Ze verkrachtten mijn moeder in de dagen dat we daar zaten zeven keer. Toen ik ’s nachts haar arm vastgreep om te beletten dat een soldaat haar meenam, sloeg hij mij met de kolf van een geweer in mijn gezicht. Ik bloedde vreselijk. We schreeuwden samen. Ze namen haar toch mee. Mij lieten ze gelukkig met rust. Ik heb jarenlang geen tanden en kiezen aan die kant gehad, zo hard kwam de kolf van het geweer aan.”

Kaart van het succesvolle Sovjetoffensief in het Amerikaanse legerblad "Stars and Stripes".
Snijdende kou
De dagen daarna moeten Waltraud en de anderen de dode soldaten verzamelen. „Het was mijn taak om de herkenningstekens van de doden af te nemen. De aanblik van de doden in de sneeuw was vreselijk.” Slim als ze is, heeft Waltraud al snel in de gaten dat de meeste soldaten een noodrantsoen bij zich dragen, met daarin kaas, jam, wat suiker, chocolade en thee. „Ik stal van de doden om te kunnen eten.” Later worden ze weer weggejaagd. Broer Siegfried, die 14 is, weet een kar te bemachtigen. Daar zitten de kleintjes op. Zo gaan ze verder in de snijdende kou. Baby Gernot verhongert onderweg. „Ik vond een sinaasappelkistje. Daar legde ik hem in met zijn dekentje. Siegfried deed de deksel erop. Op het kerkhof begroeven we hem onder een boom”, zegt Waltraud.
"Dat was in Klausdorf. Die naam vergeet ik nooit meer.”
Even gaat er een rilling door haar heen. Een paar dagen later rijden Russische soldaten langs de eindeloze colonne vluchtelingen. Ze pikken er schijnbaar willekeurig kranig uitziende jongens en meiden uit. Waltraud is ook de dupe, hoewel ze klein is en haar broer Siegfried twee jaar ouder is. Weigeren is er niet bij.

Sovjetmilitairen drijven gestolen koeien voor zich uit. Bij de doortocht in Duitsland werd massaal gestolen.
Terwijl de Duitse burgers in westelijke richting sjokken, gaat Waltraud terug richting Oost-Pruisen. Haar stiefmoeder en haar broertjes en zusjes moet ze achterlaten. „De Russen verzamelden het vee uit de dorpen en wij moesten helpen de koeien en paarden bij elkaar te drijven, zodat de veestapels ingescheept konden worden om naar Rusland te gaan”, zegt Waltraud. „Ik had nog nooit op een paard gezeten, maar ik kon het meteen. Het moest gewoon. ”Na ongeveer een maand, ze zijn dan al in Litouwen, misschien zelfs Rusland –Waltraud weet het niet meer– besluit ze om de benen te nemen. De andere jongeren durven niet en dus gaat ze alleen.
In een onbewaakt ogenblik piept ze ertussenuit. „Ik hield mezelf in leven door in een stalen helm bladeren te koken.” Lucifers die ze stal van de Russische soldaten komen goed van pas. Zo zwerft ze weken door de wildernis. ’s Nacht slaapt Waltraud in verlaten huizen. Daar vindt ze ook haar rasp, die ze gebruikt om aardappelen te raspen en er soep van te koken of om de binnenkant van boomschors af te halen.
Er breekt tyfus uit
Op een dag, het is dan al voorjaar, treft ze een groep Russische soldaten. Het zijn geschikte kerels en ze mag meerijden. Waarschijnlijk zijn ze alweer op Duits grondgebied als er plots granaten inslaan. „Mijn benen bloedden. Granaatsplinters hadden ze opengereten. Een kogel schampte mijn rechterzijkant.” Weken ligt ze in een Russisch noodhospitaal. Als ze weer kan lopen, moet ze vertrekken. Ze zwerft verder door de bossen. Alleen. Er zijn meer kinderen die zo rondtrekken. Wolfskinderen worden ze genoemd, omdat ze net als wilde dieren proberen te overleven. Waltraud kiest ervoor om alleen te blijven.
Pas in november komt ze aan in Frankfurt aan de Oder. Het is een wonder, maar het gebeurt. Tussen de duizenden vluchtelingen ziet stiefmoeder Gertrude haar lopen. Ook de anderen zijn er. Wat een geluk en wat een heerlijk weerzien na al die ellende en omzwervingen door de bossen.
Nog is het niet voorbij. Als vluchtelingen worden ze ondergebracht in Krakow am See. Eén kamer krijgt het gezin, en dat gaat met tegenzin. „De plaatselijke bevolking moest weinig van ons hebben. Vluchtelingengespuis werden we genoemd.” Het is Kerst 1945 als er tyfus uitbreekt. Eerst overlijdt haar stiefmoeder Gertrude en op oudejaarsavond bezwijkt haar broer Siegfried. De lichamen worden op karren weggereden en in een massagraf gegooid. Waltraud blijft als 12-jarige achter met drie broertjes en zusjes in de peuter- en kleuterleeftijd. Een paar weken later staat vader Fritz voor de deur. Via het Rode Kruis heeft hij zijn gezin gevonden.

Foto's van Waltraud Strelow door de jaren heen.
Waltraud ontvlucht later de DDR, om uiteindelijk in Nordhorn terecht te komen. Daar ontmoet ze, vele jaren later, een Nederlandse man en zo komt ze in Overijssel, Zwolle terecht. Waar ze zich voor het eerst in haar leven thuis voelt en waardevol als mens.
Vergeet het verleden.
Je hebt vandaag de kans om je leven
een nieuwe richting te geven.
Waltraud Strelow
